De 19e eeuw

De voormalige gemeente Lichtenvoorde en de omliggende kerkdorpen Harreveld, Lievelde, Mariënvelde, Vragender en Zieuwent hebben een heel eigen en interessante geschiedenis.In de tijdlijn hieronder worden in een notendop diverse tijdperken en een aantal belangrijke gebeurtenissen aangestipt. Over de geschiedenis van de voormalige gemeente Lichtenvoorde is veel meer te vertellen en te vinden, ook op deze website, maar die verdiepingsslag is natuurlijk aan u.{_216020 right 300px div_}Bij de foto: Het landschap van het Lievelder Veld

In de negentiende eeuw waren de hygiënische omstandigheden niet optimaal. Door vuil water en dergelijke was er in 1832 een tiental doden te betreuren door een cholera-epidemie. Het schijnt dat daarvoor een groter dodenhuis op de begraafplaats gebouwd is. Nadien kwamen opnieuw dergelijke epidemieën. Uiteindelijk besloot het gemeentebestuur van Lichtenvoorde in het midden van de 19e eeuw om de grachten in en om het dorp te dempen. Aan de grachten waren verschillende leerlooierijen gevestigd, die gebruik maakten van het oppervlaktewater. Wat moet het in die tijd ongelofelijk gestonken h

De Koningssteen is een imposante zwerfkei van ongeveer 20.000 kilogram, die sinds 1874 op de Markt in Lichtenvoorde staat. Deze steen werd geplaatst ter gelegenheid van het 25-jarig regeringsjubileum van koning Willem III. Op 15 maart 1874 sleepten een groot aantal schoenmakers de steen vanaf de Tongerlose heide naar de markt in Lichtenvoorde. De Koningssteen symboliseert de volharding en het doorzettingsvermogen van de Lichtenvoordse bevolking, die sindsdien bekendstaan als "Keienslöppers". Het officiële gemeenteverslag van het ‘keisölppen’, ondertekend door wethoud

Boeren hadden vaak nevenverdiensten. Er werd bijvoorbeeld houtskool gebrand voor de productie van buskruit en voor ijzergieterijen elders. Het schors van eiken werd gewonnen voor de ambachtelijke leerlooierijen, waarvan er verschillende in het dorp waren. Overal rook je de stank van het looien van huiden soms gemengd met de lucht van het houtskoolbranden in de omgeving en het stoken van de turf in de huizen. Boeren verbouwden naast graan ook vlas om er linnen van te weven in de winter. Van de schapenwol sponnen de vrouwen garen om er daarna warme kleding van te breien.  De ambachtelijke