De strijd tegen het Spaanse gezag
De Achterhoek wisselde meerdere keren van heerser. Op 10 januari 1616 wordt Lichtenvoorde zonder slag of stoot bezet door troepen van de Staten Generaal onder leiding van kapitein Krijnck. Hiermee komt een einde aan de Münsterse bezetting. Op 14 maart wordt Joost van Limburg Stirum ingehuldigd als heer van Lichtenvoorde. Lichtenvoorde is dan Staats terwijl Groenlo in Spaanse handen is. Dit betekende een formele overgang naar protestants bestuur, hoewel het katholicisme onder de bevolking sterk bleef.
In de zomer van 1627 kwam een leger van ongeveer 25.000 man sterk onder leiding van prins Frederik Hendrik naar Groenlo om de stad te veroveren op de Spanjaarden. Om zich te kunnen verdedigen tegen een Spaans ontzettingsleger werd een circumvallatielinie aangelegd. In de kampementen, het grootste lag op de Lievelder Es, waren de soldaten ondergebracht. De belegering had een grote impact op Groenlo, maar ook op het omliggende gebied. In die linie legden de belegeraars ook een vijftal schansen aan. De grootste, de Engelse Schans, werd vooruitgeschoven en richting het zuiden gebouwd. Frederik Hendrik verwachtte hier de eerste poging van het Spaanse leger om de stad te ontzetten.
Toen een groot deel van het leger van Frederik Hendrik op de Lievelder Es neerstreek bleken vele boerderijen in het schootsveld te liggen. Er was maar een optie: de boerderijen werden tot op de grond toe afgebroken.
