Vondelstraat
Raadsbesluit van 28 juni 1956
Joost van den Vondel (Keulen, 1587 – Amsterdam, 1679) was een Nederlandse toneelschrijver en dichter, en wordt beschouwd als een van de grootste literaire figuren uit de Gouden Eeuw.
Vondel begon zijn literaire carrière in de stijl van de rederijkerskamers, waarvan hij al vroeg lid werd. Uit deze periode stamt zijn eerste gedicht, > ">Schriftuerlijck Bruyloft Reffereyn (>1605).
In 1613 begon hij met een Latijnse studie, gevolgd door een Griekse studie, voornamelijk om de klassieke werken te kunnen lezen en vertalen.
Een van zijn eerste belangrijke toneelstukken was:
Palamedes of Vermoorde Onnooselheit, waarin hij zich uitsprak voor Johan van Oldenbarnevelt en tegen prins Maurits. Het stuk verscheen kort na Maurits' overlijden en werd streng veroordeeld door de Amsterdamse autoriteiten. Uiteindelijk ging Palamedes pas in 1663 in première in Rotterdam. Vondels beroemdste toneelstuk is:
Gijsbreght van Aemstel (>1638), dat jarenlang traditioneel werd opgevoerd op Nieuwjaarsdag in Amsterdam. Na de Tweede Wereldoorlog nam de populariteit van het stuk af. Een ander bekend werk, vooral in de Gelderse Achterhoek, is zijn poëtische relaas over de verovering van Groenlo door Frederik Hendrik in 1627. De eerste vier regels luiden:
> "Ick sing den legertoght des Princen van Oranjen,>>Die ’t heyr van Spinola, en all’ de maght van Spa>>Met sijn’ slaghordens tarte, in het bestoven velt,>">En Dulcken de Stadt Grol deed’ ruymen met gewelt."
Vondel overleed op 91-jarige leeftijd in Amsterdam en liet een indrukwekkend literair erfgoed na. Hij wordt nog steeds beschouwd als een van de belangrijkste Nederlandse dichters en toneelschrijvers.