Rossinistraat
Raadsbesluit van 28 april 1964
Gioacchino Antonio Rossini (Pesaro, 1792 – Passy, 1868) was een Italiaanse componist, vooral bekend om zijn opera’s.
Zijn vader was trompettist en hoornist, en zijn moeder een zangeres.
Hierdoor kwam Rossini al op jonge leeftijd in aanraking met muziek en reisde hij vaak met zijn ouders mee wanneer zij optraden.
In 1806 werd hij toegelaten tot het muzieklyceum van Bologna.
Zijn leermeesters leerden hem het belang van de grote Weense componisten, waarvoor hij enige belangstelling toonde.
Toch koos hij zijn eigen pad en richtte hij zich volledig op de opera.
Zijn eerste opera, >>La cambiale di matrimonio (>Het huwelijkscontract), ging in 1810 in première in Venetië en betekende zijn eerste erkenning als componist.
Drie jaar later behaalde hij groot succes met >>L’Italiana in Algeri (De Italiaanse in Algiers), een komische opera die hij in slechts drie weken schreef.
Zijn laatste grote theaterwerk, Guillaume Tell (> >Wilhelm Tell), componeerde hij in 1829. Opmerkelijk is dat Rossini op zevenendertigjarige leeftijd abrupt stopte met componeren, op enkele kleinere werken na, waaronder het Stabat Mate (>1842).
Rossini overleed op 13 november 1868 in Parijs en werd aanvankelijk begraven op het Cimetière du Père-Lachaise.
Enkele jaren later werden zijn stoffelijke resten overgebracht naar de Basilica di Santa Croce in Florence.
Zijn muziek kenmerkt zich door een harmonische en levendige stijl.
Veel van zijn melodieën en zangstukken bouwen op naar een krachtige climax, die in sommige gevallen wordt herhaald, een kenmerk dat zijn opera’s een dynamisch en meeslepend karakter geeft.