Pastoor Sandersstraat
Pastoor Sandersstraat
Raadsbesluit van 23 juni 1956
Pastoor Henricus Petrus Jacobus Sanders (kloosternaam Thomas) (Haarlem, 1856 – Nijmegen, 1932) was van 1904 tot 1918 pastoor van de Sint Bonifatiusparochie in Lichtenvoorde.
In 1876 trad hij toe tot de orde van de paters minderbroeders (O.F.M.) en ontving zijn priesterwijding op 25 maart 1882 in Roermond.
Kort na zijn komst naar Lichtenvoorde werd hij benoemd tot geestelijk adviseur van de pas opgerichte Coöperatieve Boerenleenbank ‘Lichtenvoorde’.
In 1906 was hij medeoprichter van het R.K. Kruisverbond en speelde hij een belangrijke rol bij de bouw van het patronaatsgebouw, dat op 10 september 1906 werd opgeleverd. In samenwerking met aartsbisschop Van de Wetering en de deken van het dekenaat Groenlo, zette hij zich in voor het onderwijs.
Dit leidde tot de oprichting van een meisjesschool (1911) achter het klooster aan de Rapenburgsestraat, en een jongensschool (1912) aan de Stationsstraat (sinds 1920 officieel Patronaatsstraat genoemd), naast het patronaatsgebouw.
Over dit patronaatsgebouw schreef Willem Schutten in zijn memoires:
> "Sanders liet vooral voor de jongeren het patronaatsgebouw bouwen. Daarin konden ze na werktijd hun vrije tijd besteden. Er werden bier en alcoholvrije dranken geserveerd, al was een consumptie niet verplicht. Er stonden drie of vier biljarttafels. En voor het leggen van een kaartje stonden er tafels en stoelen. Voor de nieuwsvoorziening lagen er allerhande kranten en tijdschriften."
Omdat de oude waterstaatskerk bouwvallig was geworden, werd Sanders benoemd tot bouwpastoor van de huidige Bonifatiuskerk, ontworpen door architect Te Riele uit Deventer.
Deze kerk werd op 26 augustus 1913 door aartsbisschop Van de Wetering geconsacreerd.
In juni 1913 was Sanders nauw betrokken bij de oprichting van de R.K. Arbeidersvereniging, onder het patronaat van Sint Jozef.
Ook was hij medeoprichter van de R.K. Lederbewerkersbond, eerst voor mannen (1913) en later, in maart 1917, ook voor vrouwen.
Zijn pastorale werk vergat hij niet.
In oktober 1913 werd de kruisweg in de kerk aangebracht en door pater Hermanus Heijtters uit Maastricht ingezegend.
Sanders had bijzondere aandacht voor de jeugd, die hij zag als de vaders en moeders van de toekomst.
Hij stimuleerde hen om na de lagere school een vakopleiding te volgen en werd hierin gesteund door H.B.A. Hulshof
In 1917 vierde Sanders zijn koperen jubileum als pastoor in Lichtenvoorde. Ter gelegenheid hiervan schonken de parochianen hem een hoofdaltaar, dat nog steeds in het priesterkoor van de kerk staat. Sanders was zeer ingenomen met dit geschenk.
Op 10 mei 1918 werd hij benoemd tot pastoor in Franeker. In september 1931 ging hij met emeritaat en vestigde zich in Nijmegen, waar hij op 1 april 1932 overleed.
Hij werd begraven in Wijchen.