Stationsstraat
Raadsbesluit van 21 Oktober 1957 De Stationsstraat en haar historische betekenis De Stationsstraat, vernoemd naar het station dat in de jaren zeventig van de negentiende eeuw werd gebouwd, groeide al snel uit tot een drukke straat. Enkele jaren na de aanleg van de spoorlijn Winterswijk-Zutphen was het een komen en gaan van met paarden bespannen karren en wagens. Goederen werden overgeladen in gereedstaande wagons op een zijspoor, waarna de wagens vaak met retourvracht terugreden. Het dreigende verlies van station Lichtenvoorde-Groenlo In 1929 dreigde Lichtenvoorde een grote tegenslag te ondergaan. Ir. Kalff, een van de directeuren van de Nederlandsche Spoorwegen, arriveerde per extra trein voor een werkbezoek aan Winterswijk. Tijdens een overleg met belanghebbenden besprak hij een plan om het station Lichtenvoorde-Groenlo (Lievelde) op te heffen. In plaats daarvan zouden de plaatsen Groenlo en Neede worden toegevoegd aan het traject Winterswijk-Zutphen. Dit plan werd echter afgewezen: de kosten waren te hoog en de baten te laag. Economische groei door smalspoorverbindingen Met de aanleg van smalspoorlijnen vanuit Groenlo en Lichtenvoorde naar Lievelde werd het station nóg drukker. Deze drie spoorlijnen droegen aanzienlijk bij aan de economische groei van Lievelde. Dicht bij het station, waar de tram vanuit Lichtenvoorde stopte, vestigde Doppen uit Lichtenvoorde een koffiehuis, dat werd geëxploiteerd door Antony Abbink. Later nam de familie Willemsen het bedrijf over, en nog later ging het over op Reijrink. Tegenover het NS-station werd nóg een koffiehuis geopend, eerst geëxploiteerd door de familie Reijrink en later door Arink. Naast de horecagelegenheden ontstonden ook andere bedrijvigheid: De heer Geers uit Borculo begon een handel in olie en een dakpannenfabriek. J.R. Vos uit Zieuwent stichtte in 1916 een exportslachterij, die gestaag uitgroeide tot een groot bedrijf. Wat is er nu nog over? Van al deze ondernemingen is tegenwoordig alleen nog Hotel Restaurant Reijrink over.
