Raadsbesluit van 24 april 1986
Iepstraat}
De gladde iep (>Ulmus minor) is een inheemse boom die vijftien tot twintig meter hoog kan worden. Hij heeft een vrij rechte, grijsbruine stam met diepgegroefde schors. Een synoniem voor iep is olm.
De bladeren zijn gezaagd, ovaalvormig en zes tot zeven centimeter lang. De bovenkant is glanzend groen, terwijl de behaarde onderkant vaak gallen bevat. De iep bloeit met kleine bloemen die witte stempels en rode helmhokjes hebben. De vruchten ontwikkelen zich tot nootjes, die opgesloten zitten in een ovaalvormige vleugel.
Iepenhout is zeer geschikt voor het maken van meubels en stelen van handgereedschappen. Alle iepen zijn echter gevoelig voor de iepziekte, die wordt veroorzaakt door de schimmel >Ophiostoma ulmi. De ziekte wordt verspreid door de iepenspintkever, die gangen maakt in het jonge hout onder de schors en daarin zijn eitjes legt. Voordat de kever zijn eitjes afzet, vreet hij aan de knoppen en takjes, waardoor de schimmelsporen die hij bij zich draagt in de boom terechtkomen. De schimmel verstopt de vaten van de takken, waardoor deze afsterven.
Aangetaste bomen moeten zo snel mogelijk worden gerooid en verbrand om verdere verspreiding van de ziekte te voorkomen.