Harmonie St Willibrords


Harmonie St Willibrords
©: Benno van Lochem

Op 13 maart 1934 werd in Lievelde een fanfare opgericht, waarin zowel katholieken als hervormden meespeelden. Na betaling van 2,50 gulden inleggeld en een wekelijkse contributie van 15 cent, werd men lid van het L.F.C.
Wie vier weken verzuimde met het betalen van de contributie, kon volgens de reglementen worden geroyeerd.

Direct na oprichting kende de vereniging al 30 leden, en er moesten dus ook 30 instrumenten worden aangeschaft.
Om dit te bewerkstelligen, werd er een collecte gehouden onder de Lieveldse bevolking.
Dat dit niet door iedereen gewaardeerd werd, getuige de uitspraak: "Wéé bloazen, wil mot zichzelf moar un heurntjen kopen." Gelukkig kon in Bredevoort, tijdens een borrel, worden onderhandeld om 30 gebruikte instrumenten voor 300 gulden mee te nemen.

De eerste dirigent werd de heer W. Wensink, die voor 2,50 gulden per repetitieavond vanuit Bredevoort op de fiets naar Lievelde kwam.
Er werd volop geoefend in 'Wittens Weide', en al snel kon de 'Ta Ta Rekruten Mars' ten gehore worden gebracht.
In 1935 werden er witte petten aangeschaft, die samen met het zondagse pak de muzikanten een uniform uiterlijk gaven.
De eerste kermisoptocht was een enorme belevenis voor zowel de muzikanten als de Lieveldse bevolking.
Serenades werden gebracht en ook bij de opening van museum Erve Kots in 1936 speelde de fanfare.

Op 11 juli 1937 was er een muziekfeest waaraan zes korpsen deelnamen.
 De geestelijkheid was daar heel duidelijk in geweest.
De voorzitter, B. Weenink, had al voor gewaarschuwd en trad om die reden af.
De pastoor van Lichtenvoorde, de Graaf, bemoeide zich ook met de situatie en verbood de hele feestavond.
De hervormde leden bedankten dezelfde dag nog voor hun deelname. Het overgebleven bestuur zat met de situatie in de maag.
Onder leiding van pastoor de Graaf werd in 1937 de R.K. Fanfare St. Willibrord opgericht, met pater de Wit als geestelijk adviseur.

De heer Kok uit Winterswijk volgde de heer Wensink op als dirigent. Zijn salaris bestond uit één roggebrood per repetitie.
Tijdens de oorlog werd er gerepeteerd in de bakkerij van Reijrink. Inmiddels had er weer een dirigentenwissel plaatsgevonden en stond de heer Alberslo voor het korps.
Hij stond bekend om zijn uitspraak: "Behandel uw instrument als een ziek mens, elke dag even aanspreken.
In oktober 1944 werd de bakkerij, destijds gelegen tegenover de gymzaal, door bombardementen verwoest. Hierdoor gingen ook enkele instrumenten verloren en werd er ruim een half jaar niet meer gerepeteerd.

Direct na de bevrijding werd de draad weer opgepakt, hoewel het moeilijk was om een vaste oefenruimte te vinden.
Er werd gerepeteerd bij café Reijrink (later Arink), de werkplaats van te Brake, bakkerij Berentsen en in de garage van Willemsen (later Leferink).
De heer P. Hoogelucht was inmiddels aangetreden als dirigent en ging voor het eerst met de fanfare op concours.
Op 18 augustus 1946 werd in de vierde afdeling fanfare 41 punten behaald, wat resulteerde in een tweede prijs.

In 1949 werden er onder leiding van dirigent J. Timmermans uit Eibergen twee klarinetten aangeschaft, die bespeeld zouden worden door de heren C. Weenink en Fr. Berentsen.
De fanfare veranderde haar naam in Harmonie Sint Willibrord en repeteerde wekelijks in de lagere school.
In 1951 deed men wederom mee aan een concours, dit keer in Beltrum, waar een eerste prijs werd behaald.
De dirigenten in de jaren '60 waren de heer G. Nijs uit Lichtenvoorde, gevolgd door de heer Wolters uit Vorden.

Dat de harmonie veel boerenleden had, bleek wel uit het feit dat in de oogstperiode de opkomst bij de repetities minimaal was.
Er werd toestemming gevraagd aan de pastoor om vrouwelijke leden toe te laten.
De geestelijkheid ging akkoord, en de eerste vrouwelijke leden meldden zich aan.
Financiële hulp van de Lieveldse bevolking zorgde ervoor dat er echte uniformen konden worden aangeschaft, waarmee de 'ijscopetten' verleden tijd waren.
Door het vroegtijdige overlijden van de heer Wolters kwam in 1965 de heer Ten Damme uit Winterswijk als dirigent.
De heer Ten Damme werd wel als perfectionist beschouwd, die het uiterste van de muzikanten vroeg.

Het ledenaantal nam echter af en sommigen stapten over naar de in 1969 opgerichte drumband 'Silvester'.

© Tekst: Benno van Lochem © Foto voorblad: Benno van Lochem
Lees meer

Gerelateerde informatie


OnderwerpenFoto’s



Reageren

Via onderstaand formulier kunt u een reactie achterlaten voor de auteur of de eigenaar van het item. (Vereniging voor Oudheidkunde Lichtenvoorde)