Gruttostraat
Raadsbesluit van 3 februari 1994
De Gruttostraat is genoemd naar de grutto (>>Limosa limosa), een grote waad- en weidevogel van ongeveer 41 centimeter lang. In de zomer heeft het mannetje een opvallend oranjebruine kop, nek en borst.
De lange, licht omhoog gebogen snavel is oranje aan de basis en donkerbruin tot zwart aan de uiteinden.
De flanken en buik zijn gevlekt, terwijl deze kleuren bij het vrouwtje iets minder uitgesproken zijn.
Tijdens de vlucht zijn de witte strepen boven en onder de vleugels duidelijk zichtbaar, evenals de lange zwarte poten die voorbij de staart uitsteken. De grutto voedt zich voornamelijk met wormen, insecten en larven. Vooral tijdens de baltsvlucht roept de grutto luid zijn eigen naam.
Het nest bevindt zich op de grond en bevat meestal vier eieren, die met de punten naar elkaar toe liggen. Beide ouders broeden de eieren uit, wat ongeveer 24 dagen duurt. De jongen, zogenaamde nestvlieders, verlaten het nest al na enkele dagen en kunnen dan zelfstandig voedsel zoeken, voornamelijk kleine insecten.
De grutto is een broedvogel, maar in de nazomer trekken ze naar het zuiden en zuidwesten van Europa. Door de toenemende verstedelijking van Nederland neemt het aantal broedparen echter sterk af.
