Bronckhorststraat
Raadsbesluit van 11 februari 1941
De Bronckhorstraat, een stuk weg dat voorheen deel uitmaakte van de Ringweg, is genoemd naar de Bronckhorsten, die lange tijd de heren, eigenaren en – als het zo uitkwam – ook bewoners waren van het voormalige kasteel of de burcht van Lichtenvoorde.
De geschiedenis van de burcht
Gisbert van Bronckhorst liet rond 1312 bij een voorde een burcht bouwen.
Echter, de Münsterse bisschop Ludwig II claimde dat Lichtenvoorde tot zijn bezit behoorde en dat het aan hem was om te bepalen of er gebouwd mocht worden.
Hij spande een proces aan tegen Gisbert.
Deze maakte echter duidelijk dat het kasteel op zijn eigen grond stond en dat de omliggende gebieden behoorden tot de graaf van Gelre.
Hoe het proces afliep, is niet bekend.
In 1381 verklaarde een latere Bronckhorst, Gijsbert genaamd, het kasteel en de voorburcht tot een >>open huis voor de graaf van Gelre, waarmee hij zijn verbondenheid met de graaf onderstreepte.
Dit zal de bisschop van Münster niet met enthousiasme hebben ontvangen.
Toch droeg Gisbert II in 1406 de heerlijkheid in leen over aan de bisschop van Münster.
In 1496 liet Frederik van Bronckhorst en Borculo in de directe nabijheid van de burcht een kapel bouwen.
Deze kapel mocht echter geen afbreuk doen aan de kerkelijke rechten van de parochiekerk van Groenlo, waartoe Lichtenvoorde destijds nog behoorde.
Het einde van de invloed van de Bronckhorsten
Door vererving, een proces voor het Hof van Gelre tegen het bisdom Münster en intensieve juridische strijd kwam Lichtenvoorde in 1616 in handen van Joost van Limburg Stirum.
Hij maakte van het gebied een zelfstandige heerlijkheid. Dit markeerde het einde van de invloed van de Bronckhorsten op Lichtenvoorde.
Het kasteel
Het kasteel werd in 1664 nog verbouwd en vernieuwd door Maria Magdalena gravin van Limburg Stirum, de weduwe van graaf Hendrik van Nassau-Siegen.
Na deze renovatie gebeurde er echter weinig meer met het gebouw. Uiteindelijk werd het kasteel rond 1790 gesloopt.