Bernard ter Haarstraat
Raadsbesluit van 3 april 1980
De politieman Bernardus (Bernard) ter Haar, Borne 1891-Groenlo 1973, werd begin 1900 in Lichtenvoorde als postcommandant aangesteld.
Ter Haar bezat in zijn functioneren een zekere rechtlijnigheid; fout was fout, goed was goed. Maar toch, achter zijn norse uiterlijk schuilde menslievendheid, al was die gemoedstoestand niet altijd peilbaar.
Veel overtredingen van de jeugd loste hij op door een flinke openbare reprimande of door een tikje met zijn gummiknuppel, oplossingen die de bevolking respecteerde, vooral omdat de vaders en moeders liever een paar blauw gekleurde billen zagen van een van hun kinderen die ondeugend was geweest, dan een bekeuring.
Als politieman heeft hij het gedurende de bezetting uitermate moeilijk gehad, vooral na de komst van een NSB-burgemeester in februari 1942. De Duitsers eisten van de eerste burger dat hij vooral optrad tegen de (verzets) mensen die tegen de ingevoerde wetten handelden. De burgemeester schoof die eisen door naar Ter Haar, die, als dat nog mogelijk was, het tegenovergestelde uitvoerde.
Hij arresteerde de verzetsmensen niet, maar waarschuwde hen in code dat er acties zouden komen. Zo ontstond er heel geleidelijk een systeem, waar veel mensen baat bij hebben gehad. In de brief van de persoon die hem voor een onderscheiding heeft voorgedragen stond vermeld:
‘Hij is voor het verzet een grote steun geweest en heeft door zijn waarschuwingen, belangrijke inlichtingen en adviezen veel bijgedragen aan het verzetswerk en het voorkomen van arrestaties.’
De relatie burgemeester/Ter Haar was ongetwijfeld een bijzondere. De burgemeester was het hoofd van de gemeente, maar Ter Haar maakte in veel gevallen door zijn overwicht op hem de dienst uit. Alleen in het uiterste geval, als het niet anders meer kon, moest hij met lede ogen de bevelen van de burgemeester opvolgen.
De officiële onthulling van de Bernard ter Haarstraat vond plaats op 5 mei 1980 door de echtgenote van Bernard ter Haar, in het bijzijn van familie, vrienden en de nog in leven zijnde leden van het voormalige verzet.
