Aalbersestraat


Aalbersestraat
©:

Aalbersestraat:

 Raadsbesluit van 28 april 1964 De Aalbersestraat, vernoemd naar Petrus (Piet) Josephus Mattheus Aalberse (Leiden, 1871 – ’s-Gravenhage, 1948), bestaat in feite uit twee straten, gescheiden door een brede groenstrook. Na het afronden van het gymnasium in Katwijk schreef Aalberse zich in als student rechten aan de Universiteit van Leiden. Zijn gehele studie, inclusief promotie, voltooide hij in zes jaar. Zijn proefschrift, data-start="540" data-end="617">Oneerlijke Concurrentie en haar Bestrijding volgens het Nederlandsche Recht, getuigde van zijn scherpe maatschappelijke betrokkenheid. Al tijdens zijn studie publiceerde hij sociaal getinte artikelen met een katholieke inslag in dagbladen als De Tijd, De Maasbode en Het Centrum. Het laatstgenoemde blad bestond uit een katern met landelijk en wereldnieuws en een katern met regionaal nieuws, verspreid over verschillende regio’s, waaronder de gemeente Lichtenvoorde. Na zijn studie was Aalberse enkele jaren hoogleraar arbeidswetgeving in Delft. In 1926 werd hij hoofdredacteur van data-start="1140" data-end="1153">Het Centrum, een functie die hij combineerde met zijn langdurige redacteurschap bij het Katholiek Sociaal Weekblad (1903-1930). In dit blad uitte hij op scherpe, maar respectvolle wijze zijn kritiek op sociale misstanden. Zijn artikelen droegen wezenlijk bij aan de oprichting van arbeiders-, middenstands- en vrouwenorganisaties. Ook de politiek had zijn interesse. Aalberse was lid van de Tweede Kamer voor de Roomsch-Katholieke Staatspartij (RKSP) van 1903-1916 en opnieuw van 1925-1937. De RKSP was de voorloper van de KVP, die later met de CHU en ARP in 1980 opging in het CDA. In 1931 volgde hij Willem Nolens op als fractievoorzitter van de RKSP. Aalberse diende tweemaal als minister: In 1919 werd hij in het kabinet Ruys de Beerenbrouck I benoemd tot minister van Arbeid, waar hij onder meer de Arbeidswet van 1919 invoerde. Van 1922-1925 was hij in het kabinet Ruys de Beerenbrouck II minister van Arbeid, Handel en Nijverheid. Daarnaast was hij in 1920 de eerste voorzitter van de Hoge Raad van Arbeid, de voorloper van de Sociaal-Economische Raad (SER). Aalberse overleed op 5 juli 1948. Zijn zoon, die dezelfde naam droeg en daardoor soms met hem werd verward, trad in zijn voetsporen en was van 1962 tot 1968 voorzitter van de KVP.

© Tekst: Henny Bennink
Lees meer

Gerelateerde informatie


OnderwerpenFoto’s