Sweelinckstraat
Sweelinckstraat
Raadsbesluit van 28 april 1964
Jan Pieterszoon Sweelinck, Deventer 1562-Amsterdam 1621, was organist en componist.
Hij leerde het orgelspel van zijn vader, die organist was.
Nadien ging hij in de leer bij Cornelis Boskoop, die er lessen in compositie aan toevoegde.
Omstreeks het jaar 1580 kreeg Sweelinck een vaste aanstelling als organist van de Oude Kerk in Amsterdam.
Naast zijn drukke werkzaamheden als organist en componist leidde hij opvallend veel organisten uit Noord-Duitsland op.
Allen kregen later veel erkenning, waardoor hij de bijnaam ‘Noordduitse organistenmaker’ kreeg.
Tot Sweelincks indrukwekkende oeuvre behoort een groot aantal orgelfantasieën, toccata’s181 genoemd, variaties op wereldlijke en geestelijke liederen, onder andere het zeer bekende en vijfstemmige cantiones sacrae.
De reputatie van Sweelinck in Amsterdam was zeer groot. Hij verkeerde daar onder rijke en ontwikkelde kooplieden en werd ook opgenomen in de Muiderkring182. In geheel Nederland gold hij als de orgeldeskundige bij uitstek.
Veel stadsbesturen deden een beroep op zijn deskundigheid bij het kopen of restaureren van hun orgel.