Schutterij
In 1929 werd de hele organisatie rondom de kermis omgegooid.
Het kermiscomité en de schutterij werden gescheiden. De schutterij werd een eigen vereniging.
Vervolgens werd het reglement vastgesteld en werden de officieren en het bestuur gekozen.
Als kapitein werd gekozen J. Bakker, 1ste luitenant J. van Ooyen en 2de luitenant B. Steenkamp.
Bij de verkiezing voor het bestuur werden de meeste stemmen behaald door B. Steenkamp (voorzitter), M. Paashuis en H. Kots sr. Later werden hieraan toegevoegd: B. Siebelder, B. Pillen en J. Bakker als adviserend lid.
Om alles daadwerkelijk goed te laten verlopen tijdens het jaarlijkse vogelschieten stelde het bestuur in 1935 het reglement van de Schutterij Lichtenvoorde op.
In de jaarvergadering van 1938 werd stilgestaan bij het 125-jarig bestaan van de Schutterij Lichtenvoorde, zo lezen we in het notulenboek.
De Fransen hadden in 1810 de plaatselijke schutterijen afgeschaft en een Nationale Garde ingesteld.
Na het vertrek van de Fransen in 1813 werd een Nationale Militie ingesteld, maar werden er ook weer plaatselijke schutterijen opgericht, vooral ‘tot behoud van de inwendige rust’.
De Schutterij Lichtenvoorde (zoals zij officieel genoemd werd) trad in 1948 toe tot de Gelderse Federatie van Schuttersgilden.
De schutterij werd vanaf dat moment een schuttersgilde.
Dit was ook de reden dat naast een beschermheer en -vrouw ook een geestelijk adviseur werd aangesteld.
In die hoedanigheid werd pastoor B. Teunissen benoemd.
Op zijn advies kreeg het schuttersgilde in 1949 de naam St. Switbertus.
Voor meer informatie over de geschiedenis van Schutterij St. Switbertus verwijs ik u naar periodiek De Lichte Voorde nr. 80 en 81.