Op het adres Varkensmarkt 7 staat een rijksmonument dat in het monumentenregister is omschreven als “Oude hoefsmederij in pandje met stijl- en regelwerk (18e eeuws?) onder hoog schilddak”. Het gaat om de voormalige smederij van de familie Te Dorsthorst (“Kok Smid”’). Het pand is nu in gebruik als woning.
Het pand is al erg oud, waarschijnlijk uit het midden van de 18e eeuw. Dit bleek wel bij de restauratie waarmee in het jaar 2000 begonnen werd. Hierbij kwam een binnenmuur vrij, gedeeltelijk bestaande uit wilgentenen besmeerd met leem. Deze tenen werden besmeerd met koemest of later met leem en dienden vroeger als vulling tussen het vakwerk van de gebinten.
Volgens de eerste kadasterkaart uit omstreeks 1830 bestond dit pand (wijk A nr 50) uit de kadastrale percelen G 1375, eigenaar en bewoner Jan Derk Doeven en zijn gezin, G 1376 met als eigenaars en bewoners de broers Antony en Engelbertus Pondes en G 1377 met als eigenaar-bewoner Jan Hendrik Boekelder en zijn gezin.
Na hun huwelijk op 10 mei 1837 komen op dit pand ook te wonen de landbouwer Jan Willem te Dorsthorst (geboren 1807) en zijn vrouw Maria Elisabeth Huinink (geboren 1813). Zij kwam van Aalten. Zij krijgen drie kinderen, Johanna (1839), Antony (1842-1844) en opnieuw een Antony (1845). Willems vrouw Elisabeth sterft in 1846 en Willem hertrouwt in 1847 met Anna Maria Wolf (geboren 1822). Samen krijgen zij nog weer vijf kinderen: Maria (1848), Harmanus (1850), Hendrika (1854), Harmina (1859) en Johanna (1864). Rond 1860 wonen dan op dit pand de families Te Dorsthorst, Pondes en Boekelder.
Het deel bewoond door de familie Boekelder komt omstreeks 1867 vrij als de echtelieden Boekelder zijn overleden en hun ongehuwde dochter Johanna verhuisd naar haar tante Aaltje ter Leuk op het adres A 56.
Harmanus te Dorsthorst (geboren 16-01-1850) komt in 1874 terug van een leerperiode in Wisch en Bocholt en begint in zijn ouderlijk huis een smederij.
In het deel bewoond door de familie Pondes (schoenmakers) komt later de familie J.A. Hummelink-Meekes te wonen. Deze wonen hier tot 1932 en verhuizen dan naar de Broekboomstraat (A 80a). Sindsdien wordt het gehele pand (dan huisnr A 250) als woonhuis/smederij bewoond door de familie Te Dorsthorst. De bewoners zijn dan de zoon van Harmanus, Johannes Wilhelmus, geboren op 2-2-1883 en zijn vrouw Antonia H. te Streppel (1888) en hun kinderen Johanna (1920), Antonius J. (1922) en Hendrika J.M. (1923). Ook de broer van Johannes Wilhelmus, Harmanus Antonius (1885), woont nog in dit pand.
Harmanus senior overleed in 1928. Antonius Johannes (Antoon, geboren 2-1-1922) neemt later de smederij over en werkt hierop nog tot in de jaren '70 van de twintigste eeuw. Zelfs een jaar voor zijn dood in 1987 heeft hij hier in de olde smidse nog een paard beslagen. In de jaren 2000-2004 heeft het oude pand een grondige restauratie ondergaan, in gang gezet door een zoon van Antoon, de nieuwe eigenaar.