R.K. werkliedenvereniging vakbond
Op 1 december 1912 werd in het Patronaatsgebouw door pastoor Thomas Sanders (pastoor van 1904 tot 1918 in Lichtenvoorde), in samenwerking met de propagandaclub LEO XIII uit Winterswijk, een vergadering belegd.
Deze club had als doel propaganda te maken voor het blad >>Het Katholieke Volk en tevens de oprichting van een werkliedenvereniging in Lichtenvoorde te bewerkstelligen.
De vergadering werd geleid door de heer Druber, voorzitter van de propagandaclub. Die avond werd een voorlopig bestuur samengesteld, waarin de volgende personen plaatsnamen: A. Huinink, J. van de Mosselaar, H. Woerts, J. Holweg, A. Teunissen, H. Holweg en H. Pillen.
Het voorlopige bestuur van de R.K. Werkliedenvereniging kreeg de taak mee om zo snel mogelijk een oprichtingsvergadering te organiseren, waar men leden zou kunnen werven en de taken bespreken.
Op 15 maart 1915 opende de vicevoorzitter de vergadering en bracht een afscheidsgroet aan de zojuist overleden voorzitter Johannes Hermanus Holweg (†11 maart 1915). Een maand later, op 15 april, werd door het bestuur Herman Harmsen als voorzitter voorgedragen als opvolger van Holweg.
In de eerste jaren werden door de vakbond verschillende sociale voorzieningen geregeld. Zo werd er een eigen ziekenfonds opgericht. Leden van de werkliedenvereniging konden lid worden door tweemaal 15 cent per jaar te doneren aan het fonds.
Ook konden ze een levensverzekering afsluiten bij Concordia. Herwonnen Levenskracht, een landelijke instelling van de R.K. Werkliedenvereniging, had als doel de bestrijding van tuberculose onder arbeiders. Ook op cultureel gebied liet de vakbond zich niet onbetuigd: de toneelvereniging >>Utile Dulci werd opgericht en de harmonie St. Caecilia werd ingelijfd en financieel ondersteund door de vakbeweging.
Daarnaast waren er verschillende onderafdelingen van de vakbond, zoals de R.K. Lederbewerkersvakbond (opgericht in 1916), de Houtbewerkersbond St. Antonius van Padua (1918), de Bouwvakarbeidersbond St. Joseph (opgericht in 1918, heropgericht in 1929) en de Katholieke Jonge Werkman.
Vanaf 1914 hadden de leden van de RKWV een eigen spaarkas, die in 1920 overging in de Centrale Volksbank. Vanaf 1918 was er bovendien een bestuurslid van de vakbond in het dagelijks bestuur van de Woningbouwvereniging vertegenwoordigd.
Kortom, een lange geschiedenis die nog steeds van belang is voor het welzijn van de arbeider. Voor meer informatie verwijs ik u naar het boek >>Eendracht Maakt Macht: 100 jaar vakbeweging in Lichtenvoorde door Benno van Lochem.