Potgieterstraat
Raadsbesluit van 16 December 1971
Everhardus Johannes Potgieter (Zwolle, 1808 – Amsterdam, 1875) was een schrijver. Aanvankelijk leek een literaire carrière niet voor hem weggelegd. In 1821 vertrok hij naar Amsterdam om opgeleid te worden in de lederbranche.
Na zijn studie verhuisde hij naar Antwerpen, waar hij een baan vond bij een handelsonderneming.
In zijn vrije tijd zette hij daar zijn eerste stappen op het gebied van literatuur en poëzie.
Na de Belgische Opstand vestigde Potgieter zich een tijdlang in Zweden, maar enkele jaren later keerde hij terug naar Amsterdam.
Daar kwam hij in contact met Aernout Drost, in wiens tijdschrift data-start="756" data-end="766">De Muzen hij regelmatig publiceerde onder het pseudoniem Joan Unico.
In 1837 richtte hij samen met enkele andere schrijvers het literaire tijdschrift De Gids op, dat geïllustreerd werd met originele prenten.
Dit tijdschrift wordt, zij het in een moderne vorm, anno 2012 nog steeds uitgegeven.
In de laatste fase van zijn leven richtte Potgieter zich vooral op de poëzie. Hij overleed op 3 februari 1875 en werd begraven op de Nieuwe Oosterbegraafplaats in Amsterdam.
Potgieters werk kenmerkt zich door een degelijk en kritisch karakter, vaak met een melancholische ondertoon.
Hij plaatste zijn idealen tegenover de samenleving van zijn tijd en idealiseerde met name de Gouden Eeuw.
Over de maatschappelijke ontwikkelingen in de negentiende eeuw had hij weinig bewondering.
Dit verwoordde hij meesterlijk in zijn korte verhaal Jan, Jannetje en hun jongste kind.
In dit allegorische werk symboliseren Jan en Jannetje het verleden (de Gouden Eeuw), terwijl hun zoon Jan Salie de futloosheid en traagheid van het negentiende-eeuwse Nederland verbeeldt.
De familie breekt uiteindelijk met hem, wat de mogelijkheid tot herstel van het land symboliseert. Het verhaal bekritiseerde de zwakke volksgeest en het gebrek aan vooruitgang tijdens de Industriële Revolutie.
Enkele andere werken van Potgieter zijn:
Liedekens van Bontekoe
Gedroomd paardrijden