Op 31-3-1812 vergaderde de vroedschap van Lichtenvoorde, waaronder de leden Roelof Buynink Jan ten Bos, W.J.Roelvink, J.E.F Wijnfelt en Jan van de Meer de Walcheren. Het college besloot toen om Hermanus van Lochem, tot dusver politiedienaar en veldwachter, als kandidaat voor te dragen aan de heer Sous-Perfect van dit Arrondissement. Zijn voordacht was mede gebaseerd op zijn lange en uitstekende staat van dienst en…. er geen geschikter in de gemeente voorkomende zijnde’. Na de dood van Hermanus in 1827 volgt zijn zoon Gerrit Willem hem op als gemeente veldwachter. De nieuwe gemeentewet van 1851 verdeelde de politiemacht in twee groepen: een gemeentepolitie onder het gezag van de burgermeester, en een rijkspolitie vallende onder de minister van binnenlandse zaken. Door deze wet zien we in Lichtenvoorde een duidelijke verandering ontstaan. Zo werd in 1854 naast veldwachter Gerrit Willem van Lochem een rijksveldwachter aangesteld in de persoon van Adolf Wilhelm Witte. Natuurlijk had dit ook te maken met de groei van Lichtenvoorde. Het gemeentehuis werd in 1880 op de Buger Esch aan de Keistraat gebouwd (nu Varsseveldseweg1). Voor de prijs van fl.2200- gulden werd het acht are stuk grond gekocht van A.A.M. ten Bosch. Onder het gemeentehuis was de woning voor de veldwachter, in 1900 bewoond door het gezin van gemeenteveldwachter Kemper. In 1908 krijgen de twee veldwachters versterking van G.J.Ligtenbarg,die als rijksveldwachter werd geplaatst in Lichtenvoorde. Vanaf 1913 treed de Friese Feike Hoekstra in dienst als gemeente veldwachter gevolgd door Bernardus ter Haar twee rasechte bromsnorren waarvoor je ontzag had. Ter Haar en ook Hoekstra waren veldwachters die niet met zich lieten spotten. Als het nodig was hanteerden ze de gummistok. Het maakte niet uit of je nu jong of oud was, maar toch had vooral de jeugd het soms zwaar te verduren. Als je door een van de heren agenten gepakt werd, was je er gloeiend bij. Na een stevige terechtwijzing en een preek over wat wel en niet was toegestaan, zorgde je er wel voor dat het geen tweede maal gebeurde. Na de oorlog werd de term veldwachter vervangen door politieagent. Vanaf toen had Lichtenvoorde ook geen gemeenteveldwachters meer, maar viel de gemeente onder de rijkspolitie. Naoorlogse agenten waren onder andere. Van Bommel, Fontein, Van Ommen, die in 1950 Ter Haar opvolgde in zijn taak als opperwachtmeester, Pastoors, Herman Piepers, Kees Post, Van der Sluis, Hofman oprichter van PSV voetbal, Hijmans en Henk Tijken. In april 1973 werd S.A.Graver benoemd tot opperwachtmeester der Rijkspolitie. Voor meer informatie verwijs ik u door naar de periodiek de Lichte voorde nr.40,44,46,47en 48.