P C Hooftstraat
P.C.Hooftstraat
Raadsbesluit van 9 November 1965
Pieter Corneliszoon Hooft (Amsterdam, 1581 – 's-Gravenhage, 1647) was een dichter, toneel- en prozaschrijver en historicus. Na zijn opleiding aan de Latijnse school maakte hij een driejarige studiereis door Duitsland, Frankrijk en Italië. Zijn eerste literaire werk van grote betekenis was het drama Achilles en Polyxena (1598), maar hij verwierf bredere bekendheid met de Rijmbrief die hij in 1600 vanuit Florence stuurde aan de Amsterdamse rederijkerskamer De Eglantier. Vanaf 1609 bekleedde Hooft verschillende bestuurlijke functies: hij werd achtereenvolgens benoemd tot drost van Muiden, baljuw van Gooiland en hoofdofficier van Weesp en Hoogkarspel. Deze functies weerhielden hem er echter niet van om zijn literaire werk voort te zetten. In deze periode was hij zelfs productiever dan ooit. Zijn passie voor toneel bracht hem ertoe enkele klassieke drama’s te schrijven. Later in zijn carrière richtte Hooft zich steeds meer op geschiedschrijving. Zijn meest beroemde werk is De Nederlansche Historien, een omvangrijk werk in zevenentwintig delen, geschreven in een verfijnde prozaïsche stijl. Hierin beschrijft hij minutieus de geschiedenis van Nederland van 1555 tot 1587. Hooft ontving regelmatig een select gezelschap van geleerden op het Muiderslot, een groep die bekend werd als de Muiderkring. In zijn taalgebruik bleef hij een archaïsch purist en liet hij zich niet beïnvloeden door modernismen. Ter ere van zijn literaire nalatenschap is de prestigieuze P.C. Hooft-prijs naar hem vernoemd.