In 1991 voerde de Archeologische Werkgroep Lichtenvoorde (AWL) een opgraving uit aan de Rentenierstraat 4.
Dit onderzoek bracht belangrijke aanwijzingen aan het licht over de vroegste geschiedenis van Lichtenvoorde en de verdedigingswerken rondom de nederzetting.
Uit oude kaarten en historische bronnen bleek dat er in dit gebied ooit een gracht had gelopen, vermoedelijk een restant van de omwalling die de nederzetting Lichtenvoorde in de middeleeuwen omsloot.
De opgraving bevestigde deze theorie: er werd een beschoeiing aangetroffen die aansloot op een gracht die zichtbaar was op het kadastrale minuutplan van 1829.
De gracht zelf leverde enkele bijzondere vondsten op. De meest opmerkelijke ontdekking was een grote bronzen grape, een driepotige kookpot die waarschijnlijk rond 1600 in de gracht is beland. Datering door experts plaatste dit object in de periode 1500-1550, wat deze vondst een van de meest bijzondere en waardevolle artefacten uit de geschiedenis van de AWL maakt.
Daarnaast werden fragmenten van een steengoedkan met een applique (kleistempel) gevonden. Uit archiefonderzoek bleek dat het wapenschild op het stempel afkomstig was van Merten Mennicken, een bekende pottenbakker uit Raeren, actief rond 1600-1610. Verder kwamen er uit de gracht talloze scherven van slibversierde schotels tevoorschijn.
Op slechts een paar vierkante meter werden de restanten van minstens 42 van deze schotels aangetroffen, wat wijst op een intensief gebruik van het aardewerk in deze periode.
Literatuur: Nijs, G., Opgraving Rentenierstraat 4, in de Lichte voorde, nr. 24, pag. 13