Meidoornstraat
Meidoornstraat
Raadsbesluit van 28 april 1964
De Meidoornstraat: In Nederland komen twee soorten meidoorns voor: de eenstijlige (>Crataegus monogyna) en de tweestijlige (>Crataegus laevigata). De eenstijlige meidoorn staat vooral bekend als haagplant en struik, maar kan als boom een hoogte van zeven à acht meter bereiken.
De meidoorn vertakt al dicht bij de grond, vaak met gekruiste takken. De schors is aanvankelijk glad en bruin, maar wordt na verloop van tijd ruwer. De twijgen zijn voorzien van scherpe, één tot twee centimeter lange dorens. Het blad is grof getand en heeft drie tot zeven lobben. In verhouding tot het blad is de bladsteel vrij lang, ongeveer drie tot vier centimeter. De bovenzijde van het blad is glanzend groen, terwijl de onderzijde dof en iets lichter van kleur is.
De bloemen van de eenstijlige meidoorn hebben slechts één stijl, wat de naam verklaart. Ze ontwikkelen zich tot rode vruchtjes van ongeveer zeven millimeter, met daarin een enkele steenpit.
De tweestijlige meidoorn verschilt niet veel van de eenstijlige, maar heeft minder diep ingesneden bladeren. De bloemen hebben meestal twee stijlen, waardoor de vruchten doorgaans twee zaden bevatten, soms zelfs drie.
Door hun grillige vorm, dichte vertakking en scherpe dorens bieden meidoornstruiken een veilige schuilplaats voor kleine vogels die achternagezeten worden door roofvogels. Het zware hout van de meidoorn is bijzonder geschikt voor het vervaardigen van handvatten en gereedschapsstelen.