Mars
Raadsbesluit van 3 april 1977
Mars, de vierde planeet van ons zonnestelsel en vernoemd naar de Romeinse oorlogsgod, is relatief klein. De diameter bedraagt ongeveer zevenduizend kilometer, iets meer dan de helft van die van de Aarde. Door zijn helderheid en zichtbaarheid aan de nachtelijke hemel heeft Mars altijd tot de verbeelding gesproken van sterrenkundigen. In het perihelium is het een opvallende verschijning aan de avondhemel, prachtig oranjerood en met het blote oog waarneembaar.
Mars draait in iets meer dan vierentwintig uur om zijn eigen as, wat bijna overeenkomt met de rotatietijd van de Aarde. De omlooptijd rond de Zon is echter aanzienlijk langer: bijna zevenhonderd dagen. Net als de Aarde kent Mars vier seizoenen, maar door de langere omlooptijd duren deze ongeveer twee keer zo lang.
De oppervlaktetemperatuur op Mars varieert van min 140 graden Celsius in de poolwinter tot zo’n 20 graden in de zomer. Rond de planeet draaien twee kleine, onregelmatig gevormde manen, die zich relatief dicht bij Mars bevinden.
Velen vragen zich af of er leven op Mars mogelijk is, of dat er in het verleden leven is geweest. In 2008 verkende de Amerikaanse ruimtesonde >>Phoenix de planeet en stuurde talrijke gegevens naar de Aarde.
Uit onderzoek bleek dat er, gemeten naar aardse maatstaven, geen aanwijzingen zijn dat er ooit leven is geweest.
Wel werd vloeibaar water waargenomen, nadat vijf jaar eerder al was vastgesteld dat er water in de vorm van waterdamp en ijs voorkwam.
