Herman Harmsenstraat
Herman Harmsenstraat
Raadsbesluit van 23 juli 1952
De Herman Harmsenstraat is genoemd naar: Hermanus (Herman) Josephus Harmsen (Aalten, 1882 – Lichtenvoorde, 1937) jarenlang een drijvende kracht achter het Roomsch-Katholieke Werkliedenverbond (RKW). Hoewel hij de bond niet zelf oprichtte, begon hij zijn werk in een roerige periode: de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw.
Op jonge leeftijd verhuisde Harmsen met zijn ouders van Aalten naar Lichtenvoorde, waar hij werk vond in een plaatselijke schoenfabriek. Harmsen, die ongehuwd bleef, stond bekend om zijn rustige karakter en sociale instelling.
In 1916 werd hij lid van het RKW, waar hij jarenlang de rol van voorzitter vervulde tot aan zijn overlijden.
Een illustratief moment uit zijn loopbaan vond plaats op 17 februari 1921, toen de gemeenteraad een verzoek van de Lederbewerkersbond behandelde om een subsidie van 150 gulden.
Dit bedrag was bedoeld om enkele jonge lederbewerkers een tekencursus te laten volgen.
Hoewel het college van B en W slechts 50 gulden wilde toekennen, verzetten Harmsen en zijn medestander Herman Olijslager (zie diens straatnaam) zich fel.
Harmsen benadrukte het belang van de lederbewerkingsindustrie in Lichtenvoorde en wees erop dat fabrikanten nauwelijks bijdroegen aan de tekenschool.
Ondanks hun argumenten bleef de subsidie beperkt tot 50 gulden. Harmsen en Olijslager stemden tegen.
Naast zijn werk voor het RKW was Harmsen tijdelijk dirigent van de Lichtenvoordse harmonie Sint Caecilia.
Onder zijn leiding werd fatsoenlijke repetitieruimte geregeld, maar muzikaal bracht hij de harmonie niet verder vanwege zijn vele andere functies.
Pas toen rector Hulshof uit Harreveld de leiding overnam, maakte de harmonie grote vooruitgang.
Rond 1920 trad Harmsen toe tot het college van regenten van de stichting Sint-Bonifacius Ziekenverpleging. Samen met andere bestuursleden werkte hij aan de plannen die leidden tot de bouw van het Sint-Bonifacius Ziekenhuis aan de Dijkstraat. Dit ziekenhuis werd op 25 april 1933 ingewijd door pastoor De Graaf.
Herman Harmsen
