Gasteveldsedijk


Gasteveldsedijk

Raadsbesluit van 19 mei 1950  Ongeveer tweehonderd jaar geleden werd de dijk, genoemd naar boerderij ‘Gasteveld’, aangeduid als de Weg van Vragender naar het Gasteveld. Het Gasteveld is een afwisselend natuur- en cultuurlandschap met enkele grote kampen, weilanden, bossen, bosjes en vennetjes. Door een goede afwatering staan deze vennetjes een groot deel van het jaar droog. De hoogte van het Gasteveld varieert van 26,6 meter in het noordoosten tot ruim 33,7 meter boven N.A.P. in het zuidwesten. Het hele gebied maakt deel uit van het Winterswijks Plateau, dat tegenwoordig vaak het Oost-Nederlands Plateau wordt genoemd. Enkele hooggelegen delen van het gebied, waar door vochtgebrek vroeger niets wilde groeien, zijn tussen 1920 en 1960 geschikt gemaakt voor landbouw. Dit werd gedaan door onder de bovenlaag een pakket rood zand van één à twee meter dik af te graven. Aan de Oostermeenweg staat een cluster van vier boerderijen: Op nummer 14: Bosker op ‘Kobussen’ Op nummer 23: Heming op de ‘Raeker’ Op nummer 19: Poelhuis op de ‘Waiër’ Op nummer 15: Geessink op ‘Schutte’ In 1832 waren respectievelijk Jan te Welscher, J.W. Paschen, Josef Mueleman en Gerrit Jan Lubbers de eigenaren. Deze vier boerderijen zijn echter aanzienlijk ouder. In de boerderij van Geessink bevindt zich een gebint met het jaartal 1770. Volgens de historische atlas van Gelderland en het bevolkingsregister wordt de boerderij van de familie Bosker beschouwd als het oorspronkelijke ‘Gasteveld’. De naam Kobussen is van latere datum en verwijst naar de familie Kobussen-Gervers, die vóór de Boskers op de boerderij woonde. Er bestaan verschillende verklaringen voor de naam Gasteveld en de vier boerderijen. Eén theorie is dat de vier boerderijen samen in het landschap lijken op een gast, een groep van vier bij elkaar staande garven met rogge, haver of gerst die op het land te drogen staan. Ook doet het viertal denken aan een gerstehalm, waarbij de korrels bovenin in vier rijen zijn gerangschikt. Een waarschijnlijker verklaring is dat de naam Gasteveld is afgeleid van de gaspeldoorn ( data-start="2145" data-end="2161">Ulex europaeus), een struik die hier vroeger overvloedig groeide. Mogelijk heette het gebied oorspronkelijk ‘Gaspelveld’. De gaspeldoorn is een doornstruik die goed gedijt in heidegebieden, op zandgronden en in de duinen. Deze altijd groene plant kan onder optimale omstandigheden een hoogte van twee tot drie meter bereiken. De naaldvormige, diepgegroefde bladeren zijn vrij stug, en de bloemen variëren van geel tot donkergeel. Na de bloei ontwikkelen zich zwarte peulen, die bij rijping openspringen en hun zaden op de bodem verspreiden. Tegenwoordig is de gaspeldoorn vrij zeldzaam en staat hij op de Nederlandse Rode Lijst van planten. Het woord ‘gaspel’ in gaspeldoorn is afgeleid van het Middelnederlandse woord data-start="2869" data-end="2876">gaspe, dat ‘haak’ of ‘gesp’ betekent.

© Tekst: Henny Bennink
Lees meer

Gerelateerde informatie


Onderwerpen