Aalscholver
B en W-Besluit van 25 Oktober 2010
De Aalscholver, phalacrocorax carbo, is een forse watervogel met een lengte van negentig centimeter, die door zijn geschubde verenpak reptielachtig aandoet.
De volwassen vogels hebben een donkerbruine tot zwarte rug.
De bovenkant van de vleugels is van dezelfde kleur.
De buik en borstzijde zijn glanzend blauwzwart.
Kenmerkend voor deze sobere, gevederde vogel is de gele halsvlek.
De zwarte poten zijn kort en tamelijk grof.
Door de zwemvliezen tussen de tenen kunnen ze uitstekend aan de oppervlakte en onder water zwemmen.
De vogels houden zich op in de kustgebieden, rivieren, meren en in moerassen, soms ver landinwaarts.
Hun voedsel bestaat voor het overgrote deel uit vis.
Aalscholvers zijn koloniebroeders.
Ze bouwen een slordig doch hecht nest in de bomen.
Beide ouders broeden op de drie tot vier eieren, die na een maand uitkomen.
De jongen kunnen na anderhalve maand vliegen
